Geschiedenis

Langs de stille kant van de Gaasp staat, ter hoogte van de Gaasperplas en restaurant-café Langerlust een grote molen. Wij noemen hem de Gaaspermolen, net zoals de molen die voor 1707 op deze plek stond heette, maar zijn officiële naam is Gemeenschapsmolen nummer 1. Er is ook een Gemeenschapsmolen nummer 2. Die wordt in de wandeling Stammermolen genoemd en ligt noordelijker van de Gaaspermolen aan de Weespertrekvaart.

Om de naamgeving nog verwarrender te maken: aan de drukke oostkant van de Gaasp ligt de polder Gein en Gaasp, die vanaf 1647 tot 1926 is bemalen door een molen die ook Gaaspermolen heette en die in 1932 is afgebrand.

De Gaaspermolen is de oudste van de twee Gemeenschapsmolens. Hij is in 1707/1708 gebouwd. De huidige Gemeenschapspolder, die voor een deel aan de oostkant van het Amsterdam-Rijnkanaal ligt, is in 1707 ontstaan door het samenvoegen van acht kleinere polders: de Stammerpolder, de Kikenpolder, de Gaasperpolder, de Boternesserpolder, de Hogeweypolder, de Lageweypolder, de Kostverlorenpolder en de Sinnigveldse Polder. Al die polders hadden oorspronkelijk hun eigen molentje.

Covens-Mortier-1749
Figuur 1 fragment van de kaart van Covens Mortier uit 1749 met de namen van de voormalige poldertjes

De “Gemeenschapswatermolen” werd gebouwd op de plek waar tot die tijd een wipmolentje stond dat de Gaaspermolen heette. Met een scheprad sloeg de, zeker voor die tijd, buitengewoon grote Gemeenschapswatermolen het overtollige water van de samengevoegde polders uit op de Gaasp. De kap werd in de juiste stand gebracht door een kruirad dat op de grond stond. Men noemt een dergelijke molen een achtkante bovenkruier en ook wel een grondzeiler.