Poldermolen

Problemen en oplossingen

Tot 1875 ging de bemaling naar wens. Daarna kwam men voor problemen te staan. De bodem van de Gemeenschapspolder bestaat voornamelijk uit veen en een veenbodem daalt (klinkt in) als er water aan onttrokken wordt. Waarschijnlijk was de bodem inmiddels zo ver gezakt dat één scheprad niet meer voldeed.

Er werd een tweede molen gebouwd: de Gemeenschapswatermolen nr 2 of de Stammermolen.

Al in 1892 moest er weer iets gebeuren. Hoe beter en dieper men ontwatert hoe sneller de bodemdaling plaats vindt. Bovendien moest het water uit het oostelijk deel van de polder, via een duiker, onder het Merwedekanaal door geleid worden. Daarvoor was waarschijnlijk om een krachtiger gemaal nodig.

vijzel
De vijzel in werking

Beide molens werden verbouwd. In plaats van een scheprad werd een vijzel aangebracht, een soort schroef die al draaiend het water naar het boezemniveau omhoog brengt.

In 1926 werd een dieselgemaal gebouwd tussen de molen en de Gaasp. Op de plaats van de vijzel kwam een zuigbuis. De molens waren niet meer nodig. Kap en wieken van beide molens werden gesloopt.

De molenaar van de Stammermolen, Griffioen, werd machinist op het gemaal en verhuisde naar de Gaaspermolen. De molenaar van de Gaaspermolen, ook een Griffioen (de molenaars waren broers), verhuisde met zijn gezin naar een huisje ernaast.

In de jaren veertig werd het dieselgemaal geëlektrificeerd. In de jaren tachtig – de techniek schrijdt voort – werd het geautomatiseerd: het mechanisme slaat vanzelf aan als de waterstand een bepaald peil bereikt. Een machinist is niet meer nodig.

met-rietIn de jaren negentig werd in het kader van een herinrichting in Groengebied Amstelland (het buitengebied rondom Amsterdam, Diemen, Ouder-Amstel en Amstelveen) een bos aangelegd in de polder: het Diemerbos. Het waterpeil moest omlaag, anders krijgen de bomen een te ondiep wortelgestel. Het gemaal kon zo’n laag peil niet aan en moest vernieuwd.

Bij de Landinrichtingscommissie ontstond het idee om het gemaal af te breken en de Gaaspermolen te restaureren en weer maalvaardig te maken. In de molen is ook een geautomatiseerde elektrische aandrijving van de vijzel mogelijk. Zijn de omstandigheden gunstig, dan kan windbemaling plaats vinden, zo niet dan neemt het elektrische gemaal het over. In 2003 is de gerestaureerde molen met gemaal en de grootste vijzel van Nederland opgeleverd.